De verdwenen kist
In een boek – ik dácht De geschiedenis van Nederland in 100 voorwerpen – zag ik een foto van een boekenkist. Ik was op zoek naar een onderwerp voor een nieuwe historische roman.
…
In een boek – ik dácht De geschiedenis van Nederland in 100 voorwerpen – zag ik een foto van een boekenkist. Ik was op zoek naar een onderwerp voor een nieuwe historische roman.
…
Mijn favoriete beleg is dat van Maastricht. Door Alexander Farnese. Het begon op mijn geboortedag, min driehonderdvijfennegentig jaar en duurde bijna vier maanden.
Het was gruwelijk. Hete olie in de loopgraven, uitroken, mijnen, kokend water, buiktyfus, na overgave een driedaagse plundering. Om je een idee te geven.
Nee, geen idee? …
Frederik Ruysch wilde de mens bewaren.
Dat deed hij door hem zorgvuldig te ontleden en elk deel te bewaren.
Op sterk water.
Geprepareerd met was. Balseming.
Longvliezen. Melkvaten. Een kinderarmpje dat twee oogleden vasthoudt. Een skelet met een gebalsemd hart. …
Hij vertelt.
Over hoe het vroeger ging, hoe het was, hoe het voelde, vol overtuiging alsof hij er zelf bij was.
Zelf de slag bij
Zelf de revolutie
Zelf watersnood
En zij zijn vergeten dat het 2016 is, dat ze zelf bestaan. Ze weten niet waar hun tafels eindigen en zij beginnen, want ze hangen, ze hangen aan
zijn lippen …
Over mensen die jaren geleden leefden, weten we niet zo veel. Onderzoek levert informatie op, maar het is een puzzel met ontbrekende stukjes.
Maar wat als wij het onderwerp van onderzoek zijn?
Als mensen die pas over duizenden jaren zullen leven, iets over ons willen weten?
Ik stel me voor dat ze het wereldwijde web afspeuren naar de leefgewoontes van nu. Als digitale archeologen gaan ze terug in de timeline van onze sociale media, met sprongen van millennia, tot dat kleine tijdperk dat wij nu noemen. …
Zolang ik me kan herinneren, ligt dat ding in huis.
Een soort gladde steen met inkepingen, twintig centimeter, aan een kant taps toelopend naar een snijvlak. Bot.
Ik heb de steen elke week minstens een of twee keer vast. Soms bewust, meestal achteloos.
‘Het is een vuistbijl,’ zegt mijn vader. ‘Een echte prehistorische. Heb ik als kind gevonden toen ik bij de ruïne van Brederode speelde.’ …
We zitten in het gras op de heuvel, omringd door palen en eten onze meergranen boterhammen.
Onder ons liggen of lagen de resten van mensen die hier meer dan drieduizend jaar geleden misschien ook zo zaten, zonder blauwe koelbox. …
Wanneer ik uit de parkeergarage kom mag ik de laatste tijd alleen maar rechtsaf. De voorsorteerstrook voor linksaf is bestemd voor tegemoetkomend verkeer. Er wordt verbouwd. Alle …
Ik schreef een kinderboek over Kamp Vught.
Het telt ongeveer 20.000 woorden, wat niet veel is. Maar om die woorden te kunnen schrijven, heb ik meer dan het tienvoudige aan woorden gelezen. …