Ik ben lid van een schrijfclub.
De contributie is drank, al bespreken we elkaars teksten nog wel nuchter.
Vaak zijn we het eens met het commentaar dat we elkaar geven. Soms is er discussie, of zijn we het ronduit oneens.
Bijvoorbeeld over wat we personages aandoen.
Of juist niet.
Aan het einde van mijn boek Sabel zit hoofdpersoon Max samen met zijn moeder in de trein naar vernietigingskamp Sobibór. Drie dagen lang houdt hij haar hand vast, op weg naar een vreselijk einde. Rob Ruggenberg mailde me eens dat ik het niet aangedurfd had om Max alleen te laten gaan. Om het verhaal te vertellen zoals het echt was voor honderden kinderen.
Het was geen kwestie van niet aandurven.
Ik had toen gewoon nog niet geleerd om het dramatisch potentieel van verhalen volledig te benutten.
Niet dat ik een letter aan het boek zou veranderen…
Wat wij schrijvers onze personages aandoen heeft te maken met hun Grote Wil (Schrijfles – Nicolien Mizee). Vaak willen ze op meerdere vlakken iets, hoewel ze hier zelf niet altijd van op de hoogte zijn.
‘Willen’ kan overeenkomen met ‘nodig hebben’. Of niet.
Door hiermee te spelen ontstaat er spanning, conflict en emotionele lading.
Tijdens een webinar sprak een schrijver over het inzetten van Maslows piramide voor de wensen en verlangens van personages.
Mooi idee.
In Sabel gaan de behoeftes van hoofdpersoon Max gedurende het boek van boven naar beneden. Gaat het in het begin om buitengesloten worden, aan het einde gaat het om overleven. Wie de geschiedenis kent, weet dat ik als schrijver die behoefte om te overleven helaas niet kan inwilligen. Zo ging het niet. Maar ik kon hem wel zijn moeder geven…

Als de behoeften uit de onderste laag van de piramide in gevaar komen, ervaart de lezer meer spanning. Maar alleen als er een emotionele band is tussen personage en lezer. Die band creëer je door verlangens uit de hogere lagen, die we allemaal herkennen.
In Futuria willen de hoofdpersonen (wezen en weggelopen kinderen) ergens bij horen. Ze willen sociale betrekkingen en vormen zelf een groep.
Bij een groep of familie/gezin willen horen is herkenbaar voor bijna ieder mens. De lezer kan zich inleven en er ontstaat een band.
Sommige thrillers starten met een proloog waarin een moordenaar toeslaat. Misschien vinden we dit gruwelijk, maar vinden we het ook erg voor het slachtoffer?
Niet echt.
Dat is dan ook niet het doel van de schrijver.
In Futuria is een van de personages ernstig ziek en de hoofdpersoon wil haar redden. Pas geleden besefte ik dat het de lezer vast geen reet kan boeien.
Er is (nog) geen band.
Dus nu ‘prop’ ik er een hoofdstuk tussen. Hak ik knopen door. Schrijf ik scènes uit.
En kom ik tot de conclusie dat ik te veel personages heb.
Ik kan ze onmogelijk allemaal een verhaal en een stem geven, allemaal interessant maken voor de lezer.
Het is ingrijpender dan ik dacht.
Ik sluit dit blog en open Scrivener.
Nog heel wat te doen…