Over mensen die jaren geleden leefden, weten we niet zo veel. Onderzoek levert informatie op, maar het is een puzzel met ontbrekende stukjes.
Maar wat als wij het onderwerp van onderzoek zijn?
Als mensen die pas over duizenden jaren zullen leven, iets over ons willen weten?
Ik stel me voor dat ze het wereldwijde web afspeuren naar de leefgewoontes van nu. Als digitale archeologen gaan ze terug in de timeline van onze sociale media, met sprongen van millennia, tot dat kleine tijdperk dat wij nu noemen.
Ze maken grafieken van ons bezoek aan bepaalde plekken om te kijken waar onze soort, de Homo Sapiens, vooral samenkwam. Waar wij onze stammenbijeenkomsten hadden. Misschien kan er op die plekken nog een echte archeologische vondst worden gedaan. Een fragment van een PSV-sjaal, een deel van een oranje hoofddeksel.
Ze bestuderen onze taal en verbazen zich over de snelle ontwikkeling aan de ene kant, en de gebrekkige inzet ervan aan de andere kant. Natuurlijk is de twitteraccount van SOS (signalering onjuist spatiegebruik) een bron van informatie.
Ze bekijken de primitieve afbeeldingen en concluderen dat we sterk ik-gericht waren, en dat de kat net als in het oude Egypte nog steeds verafgood werd.
Ze zien dat we steeds meer gebruik zijn gaan maken van techniek, ze zien de eerste serieuze stappen naar een nieuwe mens: de Homo Digitalis.
En vooral concluderen ze dat we ons niet echt bezighielden met de toekomst. De verre toekomst, bedoel ik; die overbrugging van tijd die onze huizen en spullen niet kunnen maken.
Nee, de archeoloog van de toekomst heeft het zwaar. Er is een overvloed aan data beschikbaar, ongefilterd en massaal, maar alle voorwerpen zijn vergaan. Alleen de gebruiksvoorwerpen uit een duurzamer tijdperk zijn er nog.
Zoals die vuistbijl, gevonden op een plek waar ooit een rij huizen heeft gestaan, waar ooit een gezin woonde.
2 gedachten over “Toekomst”
Reacties zijn gesloten.
Mooie blog over hoe vergankelijk wij met ons allen zijn.
Haha ja, die kat! 🙂