Vingers aflikken

De bende in mijn boek heeft een beurs gegapt. Ze besluiten naar Futuria te gaan, een amusementspark op een eiland in de rivier. Als een van de leden, Maddy, de toegangskaartjes afrekent, denkt de hoofdpersoon: Daar kunnen we een maand van eten.
Ik blijf hangen op deze zin.
Waarom weet ik pas als ik mezelf de vraag stel:

Als ik zou stranden op een onbewoond eiland, wie van m’n personages wil ik daar dan hebben?

Niet de hoofdpersoon die denkt: daar kunnen we een maand van eten.
Misschien nog de eerste drie weken… Als er een hut gebouwd moet worden. Een brandstapel als sein naar schepen of vliegtuigen.
Maar daarna? Nee.
Toekomstige lezers brengen hopelijk heel wat tijd door met mijn personages. En die tijd moet quality time zijn.
Een lezer wil van een personage houden. Of tenminste voelen dat die potentie er is.
Maar hoe bereik ik dat?
Het begint ermee dat ik zelf van mijn personages moet houden. Het moet een avontuur zijn om over ze te schrijven.
Ook moeten ze echt zijn. Maak ze mens, schreef ik al eerder. Ik voer dat in alles door. Hun spreken: de woorden die ze gebruiken, de toon, het ritme… Hun handelen: zelfverzekerd, aarzelend, doelgericht, ontwijkend, grondig…
Maar vooral gaat het om hun verlangens, overtuigingen en fouten.
Deze drie dingen zijn universeel en voor een grote groep mensen herkenbaar.
Lezers houden niet van personages omdat die van pizza houden. Ze houden van personages omdat die oneindig kunnen verlangen naar pizza. Omdat personages de tomatensaus en kaas van hun vingers aflikken na het eten, en om zich heenkijken of iemand het gezien heeft.
Je bord aflikken in een restaurant. Dat wil toch eigenlijk iedereen?
Terug naar de zin.
Daar kunnen we een maand van eten.
Die is beter te verteren als hij gekoppeld wordt aan verlangens, overtuigingen en fouten. Hoe ik dat ga doen, vraagt nog wat denkwerk.
Niet erg.
De zon schijnt en vanavond eten we pizza.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *