Een nieuw boek

Beginnen aan een nieuw boek is als het plannen van een wereldreis. Met een zak geld en een zee aan tijd.

Beginnen aan een nieuw boek is als het plannen van een wereldreis. Met een zak geld en een zee aan tijd. De mogelijkheden lijken eindeloos.
Eerst vraag ik mij af:
Waar wil ik over schrijven?
Wat boeit me genoeg om (heel, maar dan ook heel) veel tijd aan te besteden?
Waarvan gaat het vuur branden?

Dan komen andere vragen:
Waar zitten lezers op te wachten? En uitgevers? Wat zou aan kunnen slaan?

Eerlijk is eerlijk, ook daar denk ik over na. Ik wil dat mijn boek gelezen wordt. Dat mensen het mooi vinden. Of spannend, ontroerend, grappig, gruwelijk…

Ik tast verschillende ideeën af, maar vaak is er één als een kind dat met een vinger de lucht in priemt.

Ikke, ikke, ikke. Kies mij.

Dan begint het grote uitwerken.
Ik zet het idee in de ijskast. Schrijf eerst op wát voor boek het moet worden. Ik schrijf een mission statement: ik wil een boek schrijven dat …
En als ik nog een stap verder wil gaan doe ik alsof het boek er al is en ik er een recensie over schrijf. Wat is goed aan dit boek? Wat is minder goed?
‘Minder goed’ zijn valkuilen, dingen waarvan ik weet dat ik ze doe (zoals te weinig uitleggen, bijvoorbeeld). Dingen die door anderen genoemd zijn over eerdere boeken (einde te afgeraffeld).

Het schrijven van zo’n recensie of mission statement legt de lat hoog, maar houdt me ook op koers. Zo nam ik me bij Futuria voor om humor in het verhaal te stoppen en schreef dat in mijn statement. Elke keer als mijn tekst te ‘zwaar’ voelde, dacht ik daaraan. Niet dat het meteen moet/zal lukken, maar het is fijn om een richting te hebben voor het herschrijven.
Het doel is dat ik helder hebt wat ik nastreef, ’t moet niet verstikken. Als dat is, doe ik gewoon een Gozert: missie afbreken en terug naar de tekentafel.

In april/mei 2024 ga ik een week schrijven op een prachtige plek in Frankrijk.
Zin om mee te gaan? Er is nog plek. Zie deze pagina voor meer informatie.